In 't Wasdom

antiquariaat Cornelissen & De Jong – Notter | Zwolle
mei 28th, 2023 by Jaap de Jong

De dichter en de paleontoloog. Over contingentie, Bach en de verwondering

In alle vroegte stiefelde ik deze Pinkstermorgen door het bedauwde gras om de Verzamelde gedichten van Achterberg te pakken en het gedicht Ichtyologie te lezen. Weliswaar ken ik het gedicht al veertig jaar, maar het geheugen genereert in de dadelijkheid meestal een variant. Althans, dat is mijn ervaring. En op varianten zat ik niet te wachten, want ik was op zoek naar de missing link tussen Stephen Jay Gould, Wim Kayzer en Gerrit Achterberg; de verbinding tussen de paleontoloog, de filosoof en de dichter.

Het enige verband tussen de genoemde zaken ben ik zelf, maar dat bij voortduur te beseffen maakt nederiger en eenzamer dan een mens aankan.

Gisteravond las ik van Stephen Gould een essay – Muller Bros. Moving & Storage – waarin hij aan de hand van een anekdote over zijn grootvader Joseph A. Rosenberg over de gebrekkigheid van het geheugen en de waarneming vertelt. Grootvader Joe was iemand met een artistieke gevoeligheid, die hij echter niet in enig kunstenaarschap kon uitleven. Hij kwam in 1901 vanuit Europa in New York aan en werkte zich in de States op van kleermaker tot kledingdesigner. Nooit werd hij moe om kind en kleinkind te waarschuwen voor de alledaagse verleiding en vertelde hij hen niet te vertrouwen op iets dat niet bewezen kon worden.

In de essaybundel Eight Little Piggies van Gould is een foto opgenomen van de onberispelijk geklede grootvader Joe. Stephen J. Gould vertelt met genoegen over de elegantie waarover zijn grootvader Joe beschikte: die kwam niet alleen tot uiting in zijn kledingstijl, maar ook in zijn ‘grace of movement, beauty of handwriting, ease of mannerism’. En die stijl behield hij tot het einde. Zo’n vaste structuur biedt vlg. Gould een vorm van schoonheid en troost in een verder eindeloos heelal waarin de mens volgens Gould toevallig verscheen: een schitterend ongeluk. Een verschijning zonder noodzaak. Het had ook geheel anders kunnen zijn. Niet kunnen zijn.

In Van de schoonheid en de troost van Wim Kayzer stelt Stephen J. Gould dat er schoonheid zit in dat ene moment waarin het onherhaalbare detail optreedt. Of wanneer je orde in de chaos ontwaart zoals de werking van een principe in het Al, dat van contingentie en diversiteit. Bij Gould leidde dat inzicht tot een boek waarin hij de structuur van de evolutie uitlegt. Maar de schoonheid van het weten valt niet persé samen met troost. Is het daarom dat er zoveel werk van Bach in deze aflevering Van de schoonheid en de troost is opgenomen? Gould zingt zichtbaar graag mee bij de uitvoering van de Bach cantates. Eeuwig luisteren naar rap zou hem een gruwel zijn. Toch heeft hij ook bij een eeuwigdurende opvoering van de cantates en passies van Bach zijn twijfels. Misschien valt het toch tegen in alle eeuwigheid om de 196 weken Wachet Auf te horen.

Desondanks is de Johannes Passion prachtig; een wijds openingskoor, de onschuld van koele koralen afgewisseld met de heftige kruisigingsscene. Bach put uit een verbluffend bizar verhaal, maar een betere mythe kennen we niet, zo zegt Gould, zichtbaar verlegen, ergens in de documentaire.

De interpretatie van Gerrit Achterberg van de vondst van de coelacant als “de missing link tussen twee vissen in” zou Stephen J. Gould absoluut niet delen. In Ichtolyologie lijkt sprake van continuïteit, doelgerichtheid en orde in het evolutionaire proces. Dat staat haaks op de analyse van Gould waarin contingentie en diversiteit het voor het zeggen hebben in de evolutie. Nochtans heeft hij zowel de verwondering als het gevoel van schoonheid met de dichter gemeen.

En nu Achterberg zelf die, zo lijkt, in zijn gedicht Ichtyologie een dichterlijke vorm van intelligent design naar voren brengt. Het gedicht dus waarvoor ik vanmorgen door het natte gras ging.

Er is in zee een coelacant gevonden / de missing link tussen twee vissen in. / De vinder weende van verwondering / Onder zijn ogen lag voor ’t eerst verbonden

de eeuwen onderbroken schakering / En allen die om deze vis heenstonden / voelden zich op dat ogenblik verslonden / door de miljoenen jaren achter hen.

Rangorde tussen mens en hagedis / en van de hagedis diep in de stof, verder dan onze instrumenten reiken.

Bij dit besef mogen wij doen alsof. De reeks naar boven toe hetzelfde is / en kunnen zo bij God op tafel kijken.

ChatGPT over bovenstaande column. In het Engels, zonder dat ik daar overigens expliciet om vroeg:

This text appears to be a personal reflection on the interconnectedness of various subjects, namely the poet Gerrit Achterberg, the paleontologist Stephen Jay Gould, and the philosopher Wim Kayzer. The author discusses their own experiences and thoughts related to memory, perception, beauty, and the evolution of life. Let’s break down the main points:

  1. The author mentions their intention to read Achterberg’s poem “Ichtyologie” and reflects on the potential variations that memory can create when recalling a familiar poem.
  2. They express their desire to find a connection or “missing link” between Stephen Jay Gould, Wim Kayzer, and Gerrit Achterberg, highlighting the fields of paleontology, philosophy, and poetry.
  3. The author mentions reading a Stephen Gould essay, titled “Muller Bros. Moving & Storage,” which discusses the fallibility of memory and perception through the story of Gould’s artistic grandfather, Joseph A. Rosenberg.
  4. They mention Gould’s perspective on beauty and comfort in the structure and order found in the universe, despite its vastness and the accidental nature of human existence.
  5. The author refers to Wim Kayzer’s book “Van de schoonheid en de troost” (“On Beauty and Consolation”) and Gould’s view that beauty lies in the unique and unrepeatable details or the realization of underlying principles within the chaos.
  6. The mention of Bach’s music and Gould’s enjoyment of Bach’s cantatas, implying that eternal exposure to such music might have its limits.
  7. The author expresses appreciation for Bach’s Johannes Passion and Gould’s admiration for the depth and power of its music, while also acknowledging Gould’s reservations about eternal repetition.
  8. The author contrasts Achterberg’s interpretation of the coelacanth as a “missing link” with Gould’s emphasis on contingency and diversity in evolution, yet acknowledges their shared sense of wonder and beauty.
  9. The text concludes with the author’s anticipation of reading Achterberg’s poem “Ichtyologie” and references the possibility of contemplating the order and continuity of life at a higher level, as if looking upon God’s table.

Overall, the text combines personal reflections, references to literature and essays, and musings on the relationships between art, science, and philosophy.

PHP Code Snippets Powered By : XYZScripts.com