In 't Wasdom

antiquariaat Cornelissen & De Jong – Notter | Zwolle
maart 6th, 2025 by Jaap de Jong

Over Russische literatuur – ‘met zoveel mogelijk woorden, zo weinig mogelijk zeggen.’

Vanmorgen strekte ik mijn hand uit over een paar dozen, opende het ene en ook het andere deksel en daar lag ‘ie: het vermiste boek van Karel van het Reve (1921-1999) over de geschiedenis van de Russische literatuur. Wat zeg ik; het was DE geschiedenis van de Russische literatuur met beige band, een collectorsitem.

Het woordeken De uit de titel op het omslag was de reden dat het boek indertijd uit de handel werd genomen. Op de rug van de band was deze fout niet gemaakt. Dat het hier om een vergissing gaat zou een Trump en andere autocraten – die, al dan niet met de hand op de bijbel, menen dat het woord Gods hen direct uit de mond vloeit – niet eens zijn opgevallen. Dit geheel terzijde.

Ìn het boek vond ik méér, zoals een losse aantekening met anekdotes van Gerrit Noordzij (1931-2022). Hij nam de typografische verzorging van het binnenwerk, de band en het omslag voor zijn rekening. Ik sluit niet uit dat de anekdotes al ergens staan afgedrukt. Maar het is fijn om te herhalen. In dit leven, dat niet anders is dan een gestadige dood, doen wij niets anders dan herhalen. Dat is goed en in de schepping en de aard van de dingen neergelegd. Een filosoof, wiens naam ik ben vergeten, stelt dat het geluk zit in de eeuwige wederkeer van de dingen.

De anekdote betreft ‘het mooie van Taras Boelba’, een novelle van Gogol (uit 1835). Het verhaal speelt tijdens de officiële uitreiking van het eerste exemplaar van de Geschiedenis van de Russische literatuur. Gerrit Noordzij vertelt:

Van het ritueel herinner ik mij alleen dat het goed afgelopen is. Wel zie ik nog duidelijk voor mij hoe Karel zijn gasten bij de deur begroette. Annie M.G. Schmidt (1911-1995) moet zich in een rolstoel naar binnen laten schuiven.

‘Dag Annie’, zei Karel vrolijk. Met haar slechte ogen herkende Annie Karel niet meteen. ‘Wie ben jij?’ – ‘Ik ben Joop den Uyl’ – ‘Ach nee, jij bent toch Karel?’ – ‘Ja hoor Annie, ik moest alleen even proberen of je mij nog kent.’

’s Avonds gingen we ergens eten met een klein gezelschap dat tamelijk groot uitviel omdat de uitgever betaalde. Zo verzeilde ik tussen mensen die Russisch geschrijf en strijd bewonderden. Ik zei dat het mij niet zoveel deed. De Russische literatuur kwam mij voor als een wedstrijd waarin met zoveel mogelijk woorden zo weinig mogelijk gezegd moet worden. Maar, zo voegde ik er haastig aan toe toen ik de ontzetting zag die mijn bekentenis teweegbracht, Taras Boelba vind ik wel mooi.

‘Karel, hoor je dat, riep iemand, Gerrit vindt Taras Boelba mooi.’ Als was hij blij dat hij mes en vork even neer mocht leggen veegde Karel met zijn servet zijn mond af om zo verbaasd mogelijk te vragen: ‘Wat vind jij dan wel zo mooi aan Taras Boelba?’ – ‘De titel.’ – Innig tevreden nam Karel het bestek weer op. – ‘Daar kan ik inkomen’.

PHP Code Snippets Powered By : XYZScripts.com