In 't Wasdom

antiquariaat Cornelissen & De Jong – Notter | Zwolle
april 6th, 2025 by Jaap de Jong

Word wat je leest: vleesgeworden woord

 

Op mijn boekenkraam op het Spui staat iedere vrijdag een houten kistje met een twintigtal pockets. Ze kosten vier euro per stuk. Kiss me, Deadly van Mickey Spillane ligt in het kistje, maar ook De Kreutzner-Sonate van Tolstoi, Wild Palms van Faulkner, maar ook the Story and the Life of a Young English Woman van Monica Dickens. Het aanbod is divers, ik ben thuis in vele genres.

Vandaag ligt ook Fahrenheit 451 van Ray Bradbury in de kist. De pocket ziet er niet best uit. Zodra ik het boekje oppak raakt het boekblok los van het omslag. ‘Gooi ‘em weg, je kunt die pocket niet verkopen. Leer het uit je hoofd en verbrand het dan’, zegt een klant die het kistje op de titels naloopt. Hij grinnikt, duidelijk bekend met Bradbury’s boekverbrandende dystopie.

Het enige dat ik van het Fahrenheit 451 weet is dat het om een dystopische roman gaat die het verhaal vertelt van Montag, de brandweerman die het verbranden van boeken als dagtaak heeft waarbij hij tegelijkertijd de huizen en mensen die er in wonen vernietigt. Ik lach om de grap van de klant, sla het boekje – een pocket van Het Spectrum uit 1971 – open, raak opnieuw gefascineerd en zit in mum van tijd op pagina 57 waar ik lees:

“Negers houden niet van Kleine Zwarte Sambo. Verbrand het. Blanken voelen zich onbehaaglijk bij De Negerhut van Oom Tom. Verbrand het. Iemand heeft een boek geschreven over tabak en longkanker? Verbrand het boek. Gemoedsrust, Montag. Kalmte en blijmoedigheid, Montag. Vecht je geschillen maar buiten uit. Of beter nog: stop ze in de verbrandingsoven. Begrafenissen zijn heidens en maken de mensen ongelukkig? Maak er ook een einde aan. Vijf minuten nadat iemand is gestorven is hij op weg naar de Grote Oven, dank zij een over het hele land vertakte helilopterdienst. Tien minuten na zijn dood is een mens een zwart stofje. Laten we ons niet druk maken over individuen en gedenktekens. Vergeet ze. Verbrand iedereen, verbrand alles. Vuur is zuiver en vuur is rein.”

Brandweerman Montag spreekt vaak met zijn baas Beatty, die – het is wat paradoxaal – niet alleen een boekverbrander maar ook een wandelende encyclopedie is. Beatty weet precies hoe het allemaal zover is gekomen dat niemand meer leest. Dat vertelt hij met smaak aan Mildred, de vrouw van Montag: Klassieke boeken ingekort tot radio-programma’s van een kwartier. Daarna nog meer bekort tot een enkele kolom in een digest om vervolgens te eindigen als samenvatting van tien regels in een encyclopedie. En de mensen hebben genoeg aan de samenvatting van één bladzijde om niet langer onder te doen voor de buren: van de kinderkamer naar de universiteit en weer terug naar de kinderkamer; daar heb je het intellectuele patroon van de laatste vijf eeuwen.

Na de grote ineenstorting en de ontsnapping van Montag aan de stadse cultuur van boekverbranders komt hij terecht in een gezelschap van vroegere Harvard-professoren die allen teksten uit de wereldliteratuur uit het hoofd leerden en niet zelden de namen van de schrijvers dragen: Darwin, Schopenhauer, Einstein en ja ook – dat verheugt mij zeer – Albert Schweitzer, ‘een allerinnemendste filosoof’ en zie daar: ‘Mattheus, Lukas, Markus en Johannes zitter er ook bij’, schrijft Bradbury. Ik mis Montaigne of zag ik hem over het hoofd?

Bij Montag zelf keert de Prediker terug in het geheugen en delen uit het boek Openbaringen. Nuchterheid en exaltatie in één hoofd dat daarmee veel moet verdragen. Boeken verbranden? Tja, dat kan. Beter is: leer ze uit je hoofd. En word dan wat je leest: vleesgeworden woord. Blijf kieskeurig.

PHP Code Snippets Powered By : XYZScripts.com