In 1930, tijdens haar laatste studiejaar, liep de latere beroemde vertaalster van de Russische literatuur, Aleida G. Schot (1900-1969), per ongeluk de verkeerde collegezaal in. Daar stond Bruno Becker (1885-1968), bijzonder hoogleraar in de Russische cultuurgeschiedenis, college te geven. Hij was een Coornhertkenner, speciaal naar Nederland gekomen om de bronnen te kunnen raadplegen. In de omgang was Becker even boeiend als sympathiek. Over dat laatste bestaat geen twijfel.
Tussen Becker en Schot ontwikkelde zich iets. Na het overlijden van de vrouw van Becker woonde Aleida Schot bij Bruno Becker op het adres Merwerdeplein 11 in Amsterdam. Vanaf genoemd adres schreef Aleida Schot op 23 april 1964 een andere “Hooggeachte Professor”. Zij schreef het briefje bij “een kleine proeve van eigen werk”, mede bedoeld als dank en weerklank op de bereidheid van de betreffende hoogleraar haar indertijd te ontvangen en te adviseren. Becker kan de ontvanger van het briefje niet zijn geweest, daar zij toen al samenwoonden.
Was Karel van het Reve de ontvanger van het handgeschreven briefje dat in de bundel Meesters der Russische vertelkunst zit? Ik kan het mij nauwelijks voorstellen. Karel van het Reve was 21 jaar jonger dan Aleida Schot. De toon van het briefje is ietwat statig en dat zou dan weer wel passen. Zo schrijft Karel van het Reve in 1972 dat Aleida Schot nogal deftig is. Ze “zal nooit vensterbank schrijven, als zij ook raamkozijn tot haar beschikking heeft.” (p. 924, dl. 3 VW).
Over Aleida G. Schot en Bruno Becker waren nogal wat geruchten, grappen en grollen in omloop. Karel van het Reve, die bij Becker zijn proefschrift schreef, deed er graag aan mee en maakte in de vroege jaren vijftig een limerick over het duo Becker en Schot. Ik schreef er eerder over (Aleida G. Schot en haar Russen: “waarom Leida zo lachte…”). Volgens ingewijden zou de naam van het Amsterdamse Slavinstendispuut Beseda, een afkorting zijn van Becker en Schot en de Anderen zijn.
Die Anderen raakten kort na elkaar wel twee van hun oudste leden kwijt: Becker en Leida, zo schrijft Van het Reve in zijn In Memorium. Het is allemaal te lezen in het Verzameld Werk van Karel van het Reve. Nu te koop bij Cornelissen en De Jong [dln. I-III]. Het briefje van Aleida zit in haar vertaling van het boekje Meesters der Russische vertelkunst.
Dat is wat er mooi is aan het lezen van Karel van het Reve: de losse, maar toch precieze formulering en de zin voor het detail.
Enfin, daar waar het detail betekenis krijgt openbaart zich het leven zelf. Nietwaar?
Links de QR-code van een nieuw product van bookmanager en BOLAS in 't Wasdom -> voetnootonline - het publieke onderdeel van de kaartenbak met daarin de gebruikte bronnen t.b.v. (web)publicaties.
Voor toegang tot voetnootonline en andere functionaliteiten dient u zich eerst hier te registreren.