In 't Wasdom

antiquariaat Cornelissen & De Jong – Notter | Zwolle
september 3rd, 2022

“Dat is niet goed, kameraad Luxemburg” Over de rust van Pannekoek en het hinken van Rosa Luxemburg

In de vuistdikke biografie over Rosa Luxemburg (1871-1919) van J.P. Nettl zit een half afgescheurde kladbloknotitie met daarop de naam van de astronoom en radencommunist Anton Pannekoek (1873-1960). Daarbij staan de pagina’s uit het register van de biografie waarin Pannekoek wordt genoemd.

Vladimir Lenin (1870-1924), in 1920 de kersverse leider van de Sovjetunie, had de pest aan de ideeën van Anton Pannekoek, een invloedrijk theoreticus. Hij schreef in dat jaar een brochure tegen Pannekoek en het radencommunisme: De linkse stroming. Een kinderziekte van het communisme. Ik denk dat die brochure nog ergens in een doos zit.

Ik was benieuwd wat er in de biografie over Pannekoek wordt verteld. Igor Cornelissen, van wie de notitie (en het boek) was, schreef uit het register de pagina’s over waarin Pannekoek wordt genoemd en ging vervolgens kriskras door de biografie heen. Op bladzijde 833 moet hij op de anekdote zijn gestuit die hij nochtans niet opschreef. Die anekdote staat in een uitvoerige brief van Karl Kautsky jr. (1892-1978) aan de auteur Peter Nettl.

Evenmin als Lenin was Rosa Luxemburg gesteld op Anton Pannekoek. Weliswaar was hij haar ijverigste aanhanger als het ging om het debat over de zin en betekenis van de massastaking voor de revolutie. Ondanks haar lyrische brieven uit de gevangenis had Rosa Luxemburg ook enige nare of zelfs wrede trekjes. Eens waren zij en Pannekoek te gast bij Karl Kautsky. Nu was Anton Pannekoek door polio getroffen en droeg een apparaat (ter ondersteuning) aan zijn been. Hij ging hinkende zijns weegs. Bij het vertrek ging Rosa L achter hem staan en gaf hem een duw in de rug, “so dass er beinahe die Treppe hinabgestürtz wäre.” Pannekoek draait zich rustig om en zegt: “dat is niet goed, kameraad Luxemburg.” Het was die rust en waardigheid die Rosa Luxemburg niet kon verdragen; ja, waardoor haar de eigen rust werd opgezegd. Had ze die eigenlijk wel?

Kautsky geeft een psychologisch commentaar op het gebeuren. Rosa Luxemburg was in haar jeugd door een dubbelzijdige heupziekte getroffen en hinkte eveneens. Zij kon het openlijk lichamelijke gebrek bij anderen niet verdragen en vergaf het hen niet. Haar helpers moesten groot en sterk zijn.

Op het schutblad van de biografie verwijst Igor Cornelissen naar pagina 765 met het woord Syphilisbazillus. Dat was het woord dat Ruth Fischer gebruikte om de werking van de ideeën van Luxemburg mee aan te duiden. Er zijn tekeningen en foto’s van de werking van dat bacil op lijf en aangezicht. Ik kan u verzekeren dat het aangenamer is om naar de ondergaande zon te kijken

Enfin, als je het lief zegt, dan schrijf je – zoals Kautsky dat deed – dat Rosa Luxemburg een persoonlijkheid was met vele facetten en dat fascineert.


oktober 23rd, 2020

Sterren aan het firmament van Anton Pannekoek

Anton Pannekoek (1873-1960), astronoom en radencommunist, werd door Lenin in 1920 zo gevaarlijk geacht dat de leider van de kersverse Sovjetunie de brochure De linkse stroming. Een kinderziekte van het communisme tegen hem en zijn ideeën schreef. Vooral in Duitsland hadden de radencommunisten, die zich keerden tegen vakbonden en deelname aan parlementen, nogal wat aanhang. Ook zagen ze al heel snel dat er een dictatuur was ontstaan die oppositie onmogelijk maakte.

In Nederland noemden maar weinigen zich een radencommunist, al waren er wel beroemde namen bij. Ik noem Herman Gorter, de criticus van Lenin die de Russische verhoudingen op het geïndustrialiseerde Europa dacht over te kunnen brengen. En dan was er, weer tien jaar later, een jonge, werkloze metselaar die door Pannekoek en Gorter werd beïnvloed: Marinus van der Lubbe. Hij stak in 1933 de Rijksdag in brand. Het was bedoeld als oproep om de Duitse arbeiders in verzet te laten komen tegen Hitler. Een verhaal apart. De brandstichting had een averechts effect. Een drama en een verhaal apart. Anton Pannekoek, die intussen de sterren bleef bestuderen (en er het veel gelezen boek De groei van ons wereldbeeld over schreef) bleef de arbeiders in geschriften raad geven. Zijn verhandelingen werden tot in Amerika en Australië vertaald en gelezen.

Dat beide boeken in het begin van de jaren zeventig verschenen, is geen toeval. In die tijd begonnen veel studenten de oervaders van het marxisme en anarchisme te ontdekken. Er was een markt voor.

Pannekoek zelf was een licht hinkende, wat droge man die van de natuur hield en ondanks zijn lichamelijke handicap bergen bleef beklimmen. De journalist Cajo Brendel, bij zijn dood de laatste radencommunist in Nederland genoemd, beperkte zich tot de politieke opvattingen van Zijn Grote Voorbeeld. Veel smeuïge anekdotes waren er niet op te dissen, want de man was vrij saai. Ik geloof dat er slechts één echtelijke ruzie is geweest toen Anna Nassau Noordewier, Pannekoeks vrouw, de ergerlijke fout maakte bonbons te presenteren waarin een weinig alcohol was verwerkt. Pannekoeks archief ging grotendeels verloren bij de slag om Arnhem.

Zonder volledig te zijn toch nog enkele namen van mensen die Pannekoekiaan waren en soms bleven: Barend Luteraan die in 1902 een aanbod afwees om Troelstra’s secretaris te worden, Ben Sijes, jarenlang een van de grote mannen op het Rijksinstitiuut voor Oorlogsdocumentatie en een opmerkelijke studie schreef over de Februaristaking van 1941, de beeldhouwster Greet van Amstel, prof. Frits Grewel (vader van de veelvuldig voorzitster van Forums en radicaal feministe Annemarie) en de vrouw van de Amsterdamse schrijver Maurits Dekker.

Jaap Kloosterman heeft een aantal belangwekkende teksten van Pannekoek bijeengebracht en van een nawoord voorzien met enkele (eigen) thesen, In de eerste leest men dat Pannekoek alleen juist kan worden beoordeeld als men hem situeert binnen het proces van de Eerste naar de Tweede Internationale. In zijn gehele ontwikkeling trad Pannekoek op als de meest radicale vertegenwoordiger van het ‘wetenschappelijk socialisme’ uit zijn tijd.

Als ik ‘s avonds in mijn tuin sta en bij een heldere lucht naar het firmament staar, denk ik vaak: Wat wist Anton Pannekoek dáár veel van. Op de maan is een krater naar hem genoemd en de asteroïde 2378 draagt eveneens zijn naam. Zo blijft zijn naam althans door cirkelen in het heelal terwijl in Rusland de discussie maar voortgaat over de vraag wat er met het gebalsemde lichaam van Lenin moet gebeuren.

Pannekoek had overigens geen goed woord over voor de daad van Marinus van der Lubbe: je moest nooit op het bewustzijn van de massa vooruitlopen.

Meer nieuwe oude boeken in ’t Wasdom, over Anton Pannekoek bijvoorbeeld

PHP Code Snippets Powered By : XYZScripts.com