In 't Wasdom

antiquariaat Cornelissen & De Jong – Notter | Zwolle
november 26th, 2024

Wandelen in het land van belofte: kijken in de spiegel van het portret van een meester-oplichter

Ik lag afgelopen nacht wakker van twee dingen: de verkoop van het prachtige boek De oplichter (1959) van de forensisch psychiater Machiel Zeegers (1916-2000) en de gedachte aan het kille eenzame graf. Niet zozeer mijn eigen graf, maar de plek waar de overblijfselen van de eens onweerstaanbare oplichter Siegfried Wreszynski (1893-1954) liggen.

Ik heb ergens het getekende portret van de meester-oplichter liggen, een karikatuur dat zijn mede-gevangene in Westerbork, H. Cohn in 1942, van hem maakte. Een groot hoofd op kleine voeten, een magiër wandelend in het land van belofte op zoek naar onbekende verten. Aanzien, rijkdom, avontuur en liefde; het zijn geen kleine dingen die de oplichter ons biedt. Hij treedt, zo schrijft Zeegers, ‘in onze wereld binnen als degene die onze wensdromen vervult.’ De oplichter vult de leegte in ons op, een leegte die er al was: er is in mij een leemte waar gij precies in past, schrijft de dichter wiens naam ik vergat.

Igor Cornelissen maakte voor zijn biografie over de meester-oplichter Siegfried Wreszynski (1993) intensief gebruik van het werk van Zeegers. Er staan aantekeningen en potloodstreepjes in de studie van Zeegers, verwijzingen naar passages die hij in zijn biografie gebruikt of citeert. Als motto koos Cornelissen het citaat over de wandelende magiër in het land van belofte. Cornelissen raadpleegde Zeegers waarschijnlijk ook persoonlijk; het telefoonnummer en adres van Zeegers liggen nog in het boek.

Het boek van Igor Cornelissen begint met de jacht op Eva Busch (1909-2001), de blonde zangeres van Frans- en Duitstalige melancholieke (soldaten)liedjes over een vroege dood en vergeefse liefdes. Zij was het op wie Siegfried verliefd was geworden en die hij adoreerde, ook nadat Eva Busch hem verliet. Hij overstelpte haar met cadeaus en pronkte opzichtig met zijn vermeende rijkdom. Na haar vertrek liet hij haar schaduwen door een detective die daarover dagrapporten schreef. Dat hij zich verloor in het beeld dat hij van haar had volstond niet. Ook haar fysieke bestaan wilde hij beheersen.

Siegfried Wreszynski was niet de enige die Eva Busch adoreerde; één blik van haar ogen bracht de mannen al in verrukking en dan zwijg ik nog over die ene schakel van haar halsketting. Op 7 oktober 1938, om half vier, zag de detective Eva Busch uit het Citytheater in Amsterdam komen. Ze was gekleed in een zwarte mantel, droeg een zwarte hoed met opgeslagen rand, liep op platte schoenen met witte zolen. In haar hand hield ze de rode halsband van een zwarte hond: Chic, smaakvol en gedurfd. Zwarte honden met rode halsbanden zag men destijds zelden, zo schrijf ik op gezag van de kompaan en als men ze zag dan was de kans groot dat Eva Busch er bij was, voeg ik er op eigen gezag aan toe.

Toen Igor Cornelissen Eva Busch in 1993 belde voor inlichtingen over haar voormalige geliefde, de meester-oplichter Wreszynski, vertelde hij haar over zijn biografie en stelde haar de vraag waarom zij hem alleen met zijn initiaal aanduidde. Het was alsof er een bom ontplofte, een explosie gevolgd door mitrailleurvuur. Hoezo, vraagt Cornelissen zich af, waarom veroorzaakt de naam van Wreszynski na ruim een halve eeuw nog zulke emoties bij de eens gevierde zangeres? Zelf denk ik dat we graag blijven wandelen in het land vol beloften; daar waar de citroenen bloeien. Bovendien, zong Eva Busch zelf niet over de ervaring van de verloren liefde?

Ik ga de rest van het verhaal hier niet verklappen. Wel noem ik wat hoofdstuktitels: ‘Secretaris betalen!’ – ‘Ik heb kostbare Hollandse levens gered’ – ‘Ik ben nog steeds miljonair’ – ‘De lijdensbeker is overvol’. De titel van het laatste hoofdstuk gaat over het allerergste. Dat wat ons wacht aan het einde van de tocht door het land van belofte. Ze is tegelijk welgekozen, ziende op het einde van alle streven: ‘Midden links, zesde rij’. Die zin, afkomstig uit het begrafenisboek van Wiesbaden, betreft natuurlijk de plek van het graf van Wreszynski. Daarop ligt een kleine steen, plat op de grond, ongebruikelijk voor Asjkenazische joden waarvan Wreszynski er één was: ‘Zum Andenken an unseren geliebten Vater Sigfried Wreszynski’. Daarna volgt de Hebreeuwse tekst en wens dat de ziel gebundeld moge zijn in de band van het eeuwige leven.

Igor Cornelissen kende, zo schrijft hij, geen Hebreeuws, noch was hij een gelovige jood, anders had hij het Kaddiesj-gebed uitgesproken dat meer een hymne is op Gods Koningschap dan een gebed: ‘Verheven en geheiligd worde, naar de bedoeling van Zijn wil, Zijn grote Naam in de wereld, welke Hij geschapen heeft. Worde Zijn Koninkrijk erkend in uw leven, nog in uw dagen.’ Sieg, je deugde niet, maar toch had ik je ooit graag willen ontmoeten. En in de bajes had ik je beslist opgezocht, zo voegt de kompaan er in het Nederlands en ‘geheel buiten de geest van het Kaddiesj-gebed’ eraan toe. Van dat laatste ben ik niet zeker en vraag me daarnaast af of de Naam kan worden geloofd zonder besef van begaan onrecht in eerdere dagen.

Waar ik wel zeker van ben is dat ik het portret van Siegfried Wreszynski binnenkort in het antiquaraat ophang. Dan kunnen we onszelf zien in het spiegelglas dat voor de tekening is geplaatst.


Nog meer psychatrie & (godsdienst)psychologie bij Cornelissen & De Jong

Het verhaal over Siegfried Wreszynski (1893-1954) is ook op papier verkrijgbaar als boeknoot 535 (genummerd in Romeinse cijfers, gesigneerd en met afbeelding, oplage 10 ex.).Tegen betaling van € 19,50 ontvangt u een exemplaar (incl. verzendkosten). Neem contact met ons op.
april 9th, 2020

De oplichter

Toen ik bezig was aan mijn biografie van de Pools-joodse oplichter Siegried Wreszynski, maakte Hans Gruijters mij attent op de wetenschappelijke studie De oplichter van de forensische psychiater (en hoogleraar) dr. Machiel Zeegers. Ik had er veel aan.

Aanzien, rijkdom, avontuur, liefde. Het zijn geen geringe zaken die de oplichter ons te bieden heeft. De oplichter is de magiër, die ons het land van belofte voortovert. Hij treedt in onze wereld binnen als degene die onze wensdromen vervult”, zo las ik bij Zeegers.

Dat alles was mijn hoofdfiguur Wreszynski op het lijf geschreven. Zeegers analyseert in zijn dissertatie (uit 1959) een aantal gevallen. Eenmaal met bedrog begonnen, kunnen de meeste oplichters niet meer stoppen. Het is een verslaving. Wie kranten leest, weet dat oplichters onuitroeibaar zijn. Ook steeds vindingrijker in de digitale wereld.

Ik raakte bevriend met Hans Gruijters. We bezochten de horeca in Zwolle en in Lelystad waar hij burgemeester was. Maar dat laatste geheel terzijde.

Meer psychiatrie

PHP Code Snippets Powered By : XYZScripts.com