“Wie leert te sterven vóór het sterven, weet ook hoe te leven.” Ik hoorde die uitspraak (vrij naar Montaigne) vanavond uit de mond van de sympathieke, grijze en op dat moment ook wijze, politie-inspecteur, de hoofdrolspeler uit de mooie Netflixserie The Missing.
Ik moest bij dat filmfragment direct denken aan een midden twintigste eeuwse graftekst op begraafplaats Soestbergen (Utrecht) die op dit thema varieert: “wie leert te sterven vóór het sterven, hoeft niet te vrezen voor het sterven.” Daarna dacht ik aan Simone de Beauvoir en aan de muis die van de levenselixer had gesnoept en aan de graaf Fosca die hetzelfde deed en zich gruwelijk verveelde. Na een aantal gemaakte “existentiële” keuzes wist hij het wel. Nou ja, ongeveer. Maar hij was veroordeeld tot een eeuwig bestaan. Zoals de muis. Het schijnt dat die nog steeds ergens rondtrippelt. Ik hoorde net iets.
Ik kwam vroeger vaak langs die grafsteen met de tekst waaruit afschuw voor het leven spreekt. Ik woonde in de Pelikaanstraat, bijna de mooiste straat van Europa, temidden van de fel levenden (studenten) en de heel erg stillen, de doden op begraafplaats Soestbergen. Tweehonderd voet gaans vanuit mijn toenmalige woning. Ik heb de fel levende studenten natuurlijk wel vaak vermaand. Dat begrijpt u.
Het graftekstcitaat lijkt op dat van Montaigne, maar dat is schijn. Michel de Montaigne gaf zich over aan het leven, maar was zich heel bewust van het tijdelijke. Als je het een naam wilt geven: gematigd hedonisme. En zijn scepsis staat haaks op de daadkracht van Simone de B. Uit het graftekstcitaat spreekt, zo lijkt, vooral levensangst en een grondstemming die op het hiernamaals is aangelegd.
Anders, of sterker, radicaal anders is de positie die Simone de Beauvoir inneemt: Het leven is tijdelijk. Het dak van de hemel is in scherven naar beneden gevallen. Je moet keuzes maken. Hier en nu en snel graag, want hierna is het afgelopen. Je word er niet echt vrolijk van. Die keuze van Sartre en De Beauvoir pakten ook niet altijd goed uit. Och, och wat een tragiek toch. Ik begrijp heel goed dat Levi Weemoedt in zijn jonge jaren altijd in een zwarte trui rondliep. En met hem vele andere zogeheten existentialisten. Jammer is dat. Misschien is het beste om de eeuwigheid binnen in je te ontdekken. De eeuwigheid is binnen in u, zei een groot leraar. De dingen waar te nemen en van geen waarom of waartoe te weten. De roos is een roos is een roos. Leef. Alle lust wil (en heeft) eeuwigheid; in die eeuwigheid, die restloze seconde, is zelfverlies. Selbstvergessenheit.
Ik las de roman van De Beauvoir in 1989 en wat een keuzes maakte ik in dat jaar! Ik meende dat het goed was om de revolutie in Parijs te herdenken en een dansje te doen met de laatste communiste. In de daaropvolgende winter – eind 1989 – reed ik bijna het ravijn in met een volgeladen vrachtauto; eten en kleding bestemd voor Hongaarse Gereformeerden in de stad Cluj, Gods rest in Cluj. Een mens maakt wat mee.