In wat restte van wat ooit een grootse theologisch-filosofische bibliotheek was vond ik onlangs het boek De profeet van Kahlil Gibran (1883-1931), een Libanese dichter, schilder en verhalenverteller. Ik was sceptisch, maar mijn nieuwsgierigheid werd geprikkeld toen ik zag dat Carolus Verhulst (1900-1985) het werk van Gibran had vertaald en uitgaf. Verhulst gaf tot aan zijn dood in 1985 leiding aan de uitgeverij Mirananda (eerder uitgeverij Servire (1921-1977)) en gaf voornamelijk mystiek-religieuze werken taal uit. Zo gaf Servire ook werken van Carl Gustav Jung uit waarvoor ik mij in de jaren tachtig interesseerde. Minder bekend, maar belangwekkend was zijn contact met James Joyce en de door hem ontwikkelde huisstijl van Servire. Die was gebaseerd op de “Nieuwe Typografie” (Theo van Doesburg en De Stijl). Doel was om de ideale harmonie vorm te geven door het precieze gebruik van de basiselementen van de kunst: kleur, vorm, verdeling en lijn (zie ook de foto van het omslag van De Profeet).
Carolus Verhulst groeit op in een gereformeerd gezin in Middelburg. Hij doorloopt de mulo en kweekschool, neemt afscheid van het orthodox gereformeerde milieu uit zijn jeugd en ontmoet als jonge student Kees Boeke (1884-1966) met wie hij rond 1918 door de straten van Utrecht loopt. Onder de schoenen dragen beide mannen rubber stempels met de tekst: “Nooit meer oorlog”. Onder invloed van Kees Boeke bekeert Verhulst zich tot de geweldloosheid – zit om die reden enige maanden opgesloten in de militaire strafgevangenis van Scheveningen – en correspondeert met Mahatma Gandhi (1869-1948). India, de oosterse mystiek en het pacifisme zou hem blijvend interesseren. Met Henriette Roland Holst – wier overtuiging zich ontwikkelde in de richting van het pacifisme – richt hij de Vereniging van Vrienden van India. Met Henriette redigeert Verhulst het tweemaandelijkse bulletin van de vereniging die op het hoogtepunt zo’n 500 leden telt.
Als Gandhi in 1931 in Londen komt wordt hij door Verhulst voor De Groene Amsterdammer geïnterviewd. Verhulst beschrijft hem in het interview in De Groene: ”’n Kleine magere gestalte, gehuld in lendendoek en sjaal. In rust, een van vele groeven doorploegd, melancholiek gelaat, waarin geconcentreerd al de zorgen en moeiten van vele jaren. Maar glimlachend een zielenadel onthullend als in weinig gezichten tot uitdrukking komt.” Gandhi woont tijdens zijn verblijf in Engeland in East End in een tehuis voor daklozen waar Verhulst hem samen met de Javaanse nationalist, dichter en activist Noto Soeroto (1888-1951) bezoekt. Bij een derde bezoek komt Verhulst vanwege de mist te laat aan en treft Gandhi in zijn kantoortje in Knightbridge mediterend aan. Hij is te laat voor een gedachtenwisseling, niet voor meditatie. Bij het spinnenwiel brengen de beide mannen samen een uur zwijgend door. Bij het afscheid krabbelt Gandhi op de achterzijde van zijn foto de tekst die Verhulst een leven lang koestert: “Truth is our only sheet-achor”. Waarheid – ons enig anker.
Geraadpleegde literatuur [zie BOLAS-rapport voor de klikbare versie] Boon, C. & Harmsen, G. (1992). Schalk, Henriette Goverdine Anna van der. In Biografische Woordenboek van het socialisme en de arbeidersbeweging in Nederland (vol. 5, pp. 241-256). Amsterdam: IISG. Het Aristo-democratische stelsel. Een onderhoud met Gandhi (1931, 3 december). Het Vaderland: staat- en letterkundig nieuwsblad [Avondblad A]. Ruijter, F.G. de (1983, 10 maart). 'Gandhi was een man van liefde, het enige cement dat mensen bindt' [interview met Carolus Verhulst]. NRC Handelsblad, p.2. Thuring, L. (1983, 19 maart). Carolus Verhulst houdt zijn bedrukte eenmanskruistocht al 82 jaar vol. Leidse courant [finale], p.16. Verhulst, C. (1931). Een interview met Mahatma Gandhi. De Groene Amsterdammer, 2843, 2. Voogd, P. de (2005). Modernisme in de boekdrukkunst: transition en Carolus Verhulst. In J. Baetens, S. Houppermans, A. Langeveld & P. Liebregts (red.), Modernisme(n) in de Europese letterkunde. Een ander meervoud (pp. 77-92). Leuven: Peeters.
Geef een reactie