Willem Wittkampf werkte tijdens de bezetting als jongeman in Zutphen voor het illegale Parool. Bij die krant was hij jarenlang sterverslaggever of beter: interviewer. Hij was de uitvinder van het apostrof vraaggesprek. Zijn vragen las je niet. Het verhaal begon en eindigde met een aanhalingsteken. Vaak gingen die verhalen over de oorlog. Jaren later kreeg Willem navolgers zoals Ischa Meijer en Gerard van Westerloo. Ik heb Willem Wittkampf eenmaal gezien. Dat was op de kunstenaarssociëteit De Kring waar hij veel verbleef. Willem stond aan de bar, dronk in hoog tempo, voerde het hoogste woord en liep op gymnastiekschoenen. Dat laatste vond ik zeer merkwaardig. Het hoorde, nam ik aan, bij het vrije leven van een verslaggever in de hoofdstad waar andere normen golden.
Zijn boekje Het Kanon gaat weliswaar over de oorlog, maar is erg geestig. De enige bezetter is een Duitser die een kanon beheert dat alleen afgaat als je er met een hamer op slaat. Dat het vol humor zit zou ook niet anders kunnen, want de befaamde Fiep Westendorp maakte de tekeningen.
Willem Wittkampf kreeg bij Het Parool een jaar vrijaf om de roman te schrijven die alle andere romans overbodig zou maken. Het vrije jaar liep erg uit en de roman is nooit afgekomen. Het liep verdrietig met de journalist/romancier af. Hij kwam zijn huis in de Pijp bijna niet meer uit en leefde op blikjes sardientjes. Ik heb hem nog eens gebeld over die roman, maar veel verstandigs kwam er niet uit. Het leek me dat hij uitgekeken was op de wereld. Hij had zijn brievenbus dichtgespijkerd, vertelde hij mij. Na zijn dood hebben vrienden in dozen vol met aantekeningen voor De Grote Roman gekeken. Er viel niks van te maken.
Het Kanon blijft gelukkig recht overeind staan.
De roman (tweede druk) is uit 1951. Fiep tekende o.a. voor Het Parool. Wat dat blad een talent in huis had! Ik heb er ook gewerkt. Slechts een half jaar. Ik had een chef op de redactie binnenland die ronduit een secreet was. Ik nam ontslag. Dat was beter dan ontslag krijgen. Hoofdredacteur was toen P. J. Koets die ik leerde kennen toen ik tien jaar lang een rubriek had in de krant en hij mij soms opbelde om zijn instemming te betuigen. Van dat ontslag wist hij niets. Jammer dat ik hem toen niet naar Wittkampf heb gevraagd. Maar als je zo doorgaat, bestaat het leven uit gemiste kansen. Maar dit laatste geheel terzijde.
En dan nog een van Wittkampf onder de naam Willem zoals zijn stukken in Het Parool kwamen. Veertig interviews met mensen die echt iets te vertellen hebben. Vaak joden die de kampen of de onderduik hadden overleefd en daarna weer aan de slag gingen.
In een vooraf vertelt Wittkampf hoe hij te werk ging. Soms sprak hij uren met mensen. maar gebruikte toch de tekst niet. Dan twijfelde hij aan het waarheidsgehalte. Het moest allemaal echt zijn, echt gebeurd.
Een enkele keer had hij een bandopname apparaat bij zich. Dat beviel toch niet echt want als dat ding aanstond dacht hij: ouwehoer maar door, ik luister morgen wel wat je allemaal te vertellen had. Dat klikte niet, want als hij niet echt luisterde (en een vraag kon stellen) dan werd het niet echt, dan verwaterde het.
Hij sprak vrijwel alleen met onbekende mensen. Nooit met ministers, politici of beroemdheden. Simon Wiesenthal was een uitzondering. Uit zo’n vraaggesprek kwam je niet altijd te weet met wie hij had gesproken, meestal kleine mannen. Van de markt of uit een groentenzaakje. Maar altijd met een bijzondere belevenis. Sociologisch een buitengewoon interessant boek omdat deze veertig mensen over onherhaalbare ervaringen vertellen. Willem zegt dat zijn collega’s zijn stukken graag monologen noemden. Hij zelf gebruikt liever het woord proces-verbaal. Alleen dat wat er toe doet. En in zijn geval voor de krantenlezer. Daar waren er toen meer van dan nu.
Die smulden, en dat doe ik nog steeds als ik het intervíew lees dat zo begint:
“Ja maar hoor es- als u vraagt waarom ik als ‘een-vou-di-ge kokkin wél onmiddellijk begreep dat het mis was toen Hitler aan de macht kwam…ten eerste onderschat u geloof ik het vak van kokkin. ‘t Is de leiding hebben van de keuken en (…)”
Dan lees je door want je wilt alles weten over die kokkin.
Geef een reactie