In 't Wasdom

antiquariaat Cornelissen & De Jong – Notter | Zwolle
maart 12th, 2021 by Igor Cornelissen

Heimwee naar Lissabon en de Taag

Alfama is een oude wijk, een volksbuurt in Lissabon, die in tegenstelling tot de rest van de stad na de aardbeving van 1755 grotendeels intact bleef. Wie er nu ronddwaalt krijgt de indruk van een ver verleden. Er wonen echter nog altijd mensen, al zullen er weinig vissers meer onder hen zijn: mannen die vanuit hier naar de Taag lopen. Op weg naar hun boten. Bij Alfama horen zowel de fado – een treurig klinkend levenslied (ze is wel vergeleken met de Blues van de Afro Amerikaan) – als de saudade. Twee Portugese woorden die eigenlijk niet te vertalen zijn. Voor een buitenlander zijn ze lastig om te beschrijven. Er zit iets in van weemoed naar een (groots) verleden dat men niet echt gekend heeft en hoop op een toekomst die waarschijnlijk niet zal komen. Gerrit Komrij heeft een poging gedaan die beide elementen te plaatsen op de plek men ze nog beluisteren kan, al wordt men er steeds meer gehinderd door toeristen. Het is Komrij aardig gelukt. Hij heeft tenslotte jaren in Portugal gewoond en hij was bovendien een begaafd schrijver die het woord wist te schikken naar (zijn) gevoelens.

Ik kan er een beetje over meepraten. Ik heb met mijn geliefde door Alfama gelopen (kronkelsteegjes, je verdwaalt subiet) en toen we besloten dat we de fado wilden horen, liep ik een volkscafé binnen. Nadat ik een bagaceira had geproefd, nam ik er nog één. Ik voelde me er goed. Er zaten veel oudere mannen met petten op en dat alles gaf een gevoel van huiselijkheid. Toen ik een derde bagaceira bestelde vroeg mijn verloofde of we nog naar een fado gingen of dat ik daar bleef doorzakken.

Ik had het alles zo gepland. Want bij de derde borrel had ik me als het ware verzekerd van het goeddunken van de eigenaar. Toen durfde ik hem wel naar een fadorestaurant te vragen dat nao turismo was. Hij vatte zijn zoontje bij het oor en gelastte hem ons naar de Beco do Esperito Santo te brengen. Daar zongen enkele fadistas, maar degene die mij bijbleef was Alcindo de Carvalho (1932-2010), een goed geklede heer (niks spijkerbroek) die over wist te brengen wat hij en de begeleiders voelden, al konden wij zijn woorden niet verstaan.

Het restaurant zat vol met Portugezen die soms een refrein meezongen. Naast ons was er nog een beschaafde Duitser aanwezig. Bij het afrekenen betaalde ik graag voor een cassette met Alcindo’s zang. Er volgde een tweede avond. Een gesprek met de artiest was moeilijk, want zijn Engels was pover. Andermaal een onvergetelijke avond. Na het vertrek moest ik buiten even op een bankje zitten, overmand door gevoelens en de rode wijn. Er stond ineens een man voor ons die wat zei en gebaarde. Ik probeerde hem weg te jagen. Nu geen bedelaar die met zijn platte geldhonger mijn diepere gevoelens verstoorde. Mijn vriendin wees mij op de Werkelijkheid. Het was Alcindo de Carvalho die aanbood ons naar ons onderkomen te brengen. Jaren later kocht ik van Alcindo een CD. Ik draai hem nog geregeld. En elders moet nog een cassette liggen van zijn muziek die ik zelf opnam in de Beco de Esperito Santo. Daarop hoor je niet alleen de muziek, maar ook, heel voorzichtig het getik van een vork tegen een bord. Als een fadista zingt is men stil, men praat niet, je luistert. Op Youtube vond ik een filmpje van hem.

Door Alcindo de Carvalho heb ik de ziel van de Portugees leren kennen waarvoor ik hem dankbaar blijf.


Komrij, Gerrit (1998). Alfama. Lisboa. Antwerpen: Pandora. In goede staat, 79 pp., met illustraties van Hans Roels en Serge Vermeir (foto’s). Uit de collectie Cornelissen. € 14,00 (incl. pak- en verzendkosten). Interesse? Neem contact met ons op.

Méér nieuwe oude boeken bij Cornelissen & De Jong

Geef een reactie

PHP Code Snippets Powered By : XYZScripts.com