Over Frederik van Eeden weten de meeste lezers nog wel dat hij in het Gooi een kolonie stichtte. Walden. Idealisten deden er landbouwwerk en het geheel moest zichzelf bedruipen. De gewone Gooiers keken naar die vreemde stadse mensen die wortels verbouwden. Een marxistische essayist maakte het zaakje belachelijk in een nog steeds leesbaar stuk in De Nieuwe Tijd.
Van Eedens Kleine Johannes werd vroeger gelezen op middelbare scholen. Menigeen wist ook nog dat Van Eeden de anarchist Kropotkin bewonderde, met Sigmund Freud correspondeerde, psychiater was en zich op latere leeftijd bekeerde tot de katholieke kerk. Een veelschrijver die ooit invloed uitoefende.
Over Henri Borel, diplomaat en sinoloog, is minder bekend. Op boekenmarkten komt men nog wel zijn Zusje en Broertje tegen. Een boek dat niet zozeer door de inhoud als wel door de fraaie Jugendstil omslagen kopers trekt. Borel was een groot bewonderaar van Couperus.
De vriendschap tussen Borel en van Eeden ging ver. Van Eeden schreef hem in augustus 1897 vanuit Bussum: ’Er zijn hier bijna geen menschen, waar ik zoo op aan kan, als jou.’ De brieven gaan over schrijvers, kunst en God.
Méér nieuwe oude boeken bij Cornelissen & De Jong, bijv. binnen de categorie literatuur.
Geef een reactie