In 't Wasdom

antiquariaat Cornelissen & De Jong – Notter | Zwolle
januari 22nd, 2021 by Igor Cornelissen

Zuinigheid met vlijt. Over de “Navo-professor” Ger Harmsen

Ger Harmsen (1922-2005) werd kort na de oorlog lid van de CPN. Hij was toen nog jong, leek een veelbelovend kameraad en werd al snel leider van de afdeling politieke scholing. Naar eigen zeggen was hij “streng en veeleisend”. Dat ging een aantal jaren goed. Hij wist alles van Lenin en Stalin, maar in de communistische partij ging er altijd wel iets mis. Hij werd afgezet en gedegradeerd. Hij bleek toch ietwat te zelfstandig. Toch bleef Harmsen lid en colporteerde met De Waarheid waarin hij op dat moment werd berispt. Na de opstand in Hongarije bedankte hij voor de partij en werd een dissident, maar wel een communistische dissident. Vervolgens PSP en daarna PvdA. “‘een snelle afloop der wateren”, fluistert de kompaan zacht, maar toch hoorbaar.

Zijn belangstelling voor de communistische beweging behield hij, evenals de liefde en kennis voor planten. Mossen vooral. Bovendien bleef hij volksdansen. Dat laatste vond ik raar. Die andere hobbies niet, want die deelde ik. Nadat Harmsen zijn lidmaatschap van de CPN had opgezegd, waarmee hij “een klassevijand en verrader” werd, zette hij zich aan zijn proefschrift. Hij ondervroeg oudere kameraden over hun ervaringen in de jeugdbeweging. Die stonden hem tijdens zijn CPN-tijd welwillend te woord. Bij de verschijning van zijn dissertatie hadden ze spijt als de haren op hun hoofd, maar dat was inmiddels kaal geworden.

Blauwe en rode jeugd is een uitputtende studie over de jongeren die geheelonthouder en/of socialist/communist/anarchist waren. We komen interessante types tegen zoals de schilder Melle Oldeboerrigter, het latere kamerlid Gerda Brautigam, de geheim agent Daan Goulooze en de christen-socialist  professor Willem Banning. Een weerkerend thema is dat de moederpartij vrijwel altijd de baas wil spelen over de jongeren. Anarchisten hebben geen partij boven zich. Hooguit raadgevers.

De leukste uitspraak is van de latere PvdA minister Ko Suurhoff die in zijn jongere jaren voor het NVV (de socialistische vakbond) het jeugdwerk voor zijn rekening nam De ouderen moesten bij hun opvoeding geheel afzien van hun eigen voorkeur. Het was helemaal niet socialistischer om op een mandoline dan op een mondharmonica te spelen ‘het is alleen maar welluidender’. Inmiddels is dat oordeel ook al weer gewijzigd bij de hedendaagse musicerenden die het vooral bij flink versterkte gitaren en trommels houden. Misschien dat op Urk nog mandoline wordt gespeeld?

Harmsen kreeg veel aandacht voor zijn proefschrift zoals hij voor zijn vele latere boeken en studies de recensenten wist te interesseren. Hij promoveerde bij Jacques Presser en werd hoogleraar in Groningen. Door de jonge communisten (studerend of niet) werd hij voor “NAVO-professor” uitgemaakt. Dat knipte hij allemaal uit De Waarheid en telde het aantal beschuldigingen. Dat kwam dan weer in zijn memoires Herfsttijloos. Toen ik dat boek voor Vrij Nederland besprak, leek het me dat hij mensen en artikelen inventariseerde als de zeldzame mossen die hij in Ierland of Schotland vond.

Ik bezocht hem een enkele maal in zijn Friese boerderij. Te eten kreeg je er niet. Met veel gezucht en pijnlijk vertrokken gezicht kwam er een kop thee. Het leek wel of Ger in de crisisjaren of in die van de zuinige CPN was blijven steken. Veel humor had hij niet. Wel werklust en een niet te stuiten verzamelwoede van boeken, brochures en brieven van oud-strijders.


Harmsen, G.J. (1961). Blauwe en rode jeugd. Een bijdrage tot de geschiedenis van de Nederlandse jeugdbeweging tussen 1853 en 1940. Assen: Van Gorcum & Comp./H.J. Prakke. Softcover, binnenwerk prima, omslag matig (maar herstelbaar). Disseratie. Met penaantekeningen Igor Cornelissen. Paperback, XIV, 496 pp., 1e druk. Met bibliografie en noten. € 17,50 (incl. pak- en verzendkosten). Interesse? Neem contact met ons op.

Méér nieuwe oude boeken bij Cornelissen & De Jong

Geef een reactie

PHP Code Snippets Powered By : XYZScripts.com