In 't Wasdom

antiquariaat Cornelissen & De Jong – Notter | Zwolle
maart 24th, 2024 by Jaap de Jong

Charlie Chaplin, Maurits Dekker en ‘de belediging van een bevriend staatshoofd’

Ooit hing er een poster van Charlie Chaplin (1889-1979) op mijn werkkamer in het stadje E. Er waren toen werkkamers met boeken – waar gelezen, gelachen en gewerkt werd – géén flexibele ruimtes of, erger nog, kantoortuinen die de productiviteit zouden stimuleren. Op een dag was het poster met Chaplin uit mijn werkkamer verdwenen, mogelijk omdat een collega de afbeelding van een filmheld aanstootgevend vond. Of was het een leidinggevende die meende dat we met dit soort posters het beschavingsoffensief niet zouden gaan winnen? Ik weet het niet, maar hij vergat – ik vermoed dat het een hij was – mij te waarschuwen voor de gevaren van een hellend vlak. Zoiets begint met een poster.

Ik vond Chaplin geniaal, prees en prijs hem om zijn tragisch-komische instelling en zijn maatschappijkritische houding. Chaplin laat in The Great Dictator (1940) Hitler niet alleen met de wereldbol spelen zoals een kleuter met ballon en zeepbel. Uiteindelijk bijt The Great Dictator in het tapijt. Iets dat nooit te vroeg kan gebeuren. In de jaren tachtig en negentig bekeek ik alle films van Chaplin. Modern Times gebruikte ik bij een college sociaal-economische geschiedenis over het Taylorisme (tijd- en bewegingsstudies). Nooit ging mijn kritiek op het Taylorisme echter zo ver dat ik nu geen stukloon zou kunnen betalen voor het verwerken van bibliografische data. Dit uiteraard geheel terzijde.

Chaplin kreeg geen boete voor zijn spot, maar oogstte daverend applaus voor zijn films. Wel vermoedde men dat hij een crypto-communist was. Daar kreeg hij later last mee. De Nederlandse schrijver Maurits Dekker (1896-1962), die bevriend was met de Exil-schrijver Joseph Roth (1894-1939), verging het geheel anders. Dekker beschrijft Hitler in zijn brochure uit 1938 als een clown, beunhaas, harlekijn, leugenaar en hystericus. Maurits Dekker gebruikte Mein Kampf als voornaamste bron  – als ook “enkele uit particuliere bron verkregen inlichtingen” – voor zijn psychologische karakterschets van de Drückeberger die zich in zijn jonge jaren bij de eerste tekenen van tegenstand van zijn vader terugtrok.

Voor Maurits Dekker was Hitler ‘een mensch met belangrijke psychische defecten’. De officier van justitie bij de Amsterdamse arrondissements-rechtbank vond dat Dekker over de schreef ging: ‘Zouden wij ons niet gegriefd voelen, wanneer een dergelijk boekje over onze Koningin in het buitenland uitkwam?’ waarop Dekker vroeg, of het staatshoofd dan straffeloos joodse landgenoten mocht beledigen? De hoogleraar (en psychiater) H.C. Rümke werd ook om een oordeel gevraagd. Die spaart kool en geit en schrijft: “uit het werk blijkt in ieder geval dat Dekker zich de moeite heeft gegeven, dat hij ernstig heeft gepoogd zich psychologisch in Hitler te verdiepen. Een deel van Dekker’s uitkomsten kan ik als psychologisch juist aanvaarden, een deel acht ik discutabel.” Begin mei 1938 werd Dekker tot honderd gulden boete veroordeeld wegens ‘opzettelijk in het openbaar bij geschrifte het hoofd van de bevriende staat Duitsland beledigd te hebben’. Tja, natuurlijk deed hij dat opzettelijk en bij het volle verstand. De brochure van Dekker werd verboden.

De poster met Chaplin in een typerende melancholieke, maar ook wel tragisch-komische pose kwam nooit terug. Toch is Chaplin nu elke dag bij ons, want één van de drie poezen werd naar hem vernoemd. Zodoende ligt Chaplin hier iedere avond op de rode bank te soezen en vertoont bij het zien van de leverworst zijn kunsten. Taylor had gelijk, net zoals Pavlov enigermate, maar ook dit geheel terzijde.


PHP Code Snippets Powered By : XYZScripts.com