Vanmorgen een nieuwe zending uit de collectie van Igor Cornelissen doorgenomen, waaronder een fotoboek. Mij treft een foto van een “moord en zelfmoord” op de Keizersgracht in Amsterdam. Rechts bovenin de foto staat in spiegelschrift het adres en de datum van een vermoedelijk tragische geschiedenis: Keizersgracht 722, 19 maart 1943. Verder geen gegeven dan de naam van de fotograaf: A. Lotens en de afbeelding zelf. De foto is afkomstig uit het Amsterdamse Politiearchief, maar er wordt geen enkele context geboden: niet in tekst, niet in noten en niet in de literatuur. Ik tast volledig in het duister. Er moet iets zijn. Dit is geen film, dit is de naakte werkelijkheid van dood, angst en passie. Dit is tragiek in zwart-wit. Moord? Een crime-passionel wellicht, wanhoop toch, maar geen koelbloedige moord als ik de foto bekijk.
Datum, adres en afbeelding zijn genoeg om de details van de geschiedenis te achterhalen. Links op de foto een paar flessen wijn of sterke drank, een Duitse krant. Op de kast staan wat boeken, op een kachel een pan. Zoeken op internet – ik ben daar goed in – en combineren van gegevens leert mij veel. Hier liggen de dode lichamen van Lies (Elize Marianna) Mogendorff (6 februari 1919-18 maart 1943) en Ernst ten Haaf. De laatste was in de jaren dertig docent aan het Vossius, een van de docenten – naast Jacques Presser en D.A.M. Binnendijk – die Reve wèl competent vond. Reve noemt de natuurkundedocent Ernst ten Haaf in Moeder en Zoon abusievelijk Ten Haeff, maar het gaat om Ernst Frederik Carl ten Haaf (3 juli 1889-19 maart 1943) die, na zijn geliefde Liesje – ex-leerlinge van het Vossius – door het hoofd te hebben geschoten, ook zichzelf om het leven brengt. Volgens Reve schoot hij zich door het hoofd. Bij Reve overigens geen letter over de andere dode: Lies Mogendorff, die vanwege haar joodse achtergrond was ondergedoken en, net als Ernst ten Haaf, in het verzet zou zijn geraakt.
Ik denk niet dat Reve de foto kende. Misschien zelfs – ik acht het waarschijnlijk – dat deze foto tot op de dag van vandaag (24 februari 2020) niet eerder in verband is gebracht met Lies Mogendorff en Ernst ten Haaf. De meeste foto’s uit het boek zijn zonder gegevens en/of verwijzingen naar personen. Ten Haaf had zich volgens Reve “als officier onttrekkend en, ondergedoken op het land, in een uitzichtloze liefde met een eveneens ondergedoken jong meisje het spoor totaal bijster gerakend (…) zich voor het hoofd geschoten.”
Gerard Reve vond Ten Haaf niet alleen een competent docent, maar hield van hem en droomde dat hij zijn vader “of een met mij vliegers oplatende oom zoude zijn”. Reve speculeert in Moeder en Zoon dat Ten Haaf “een even formidabele als fel verdrongen homo-erotiek zijn leven heeft verwoest”. Het zou kunnen, ik weet het niet. Reve beschrijft Ten Haaf als “een jongensachtige, joviale, gulle, man, een totaal verscheurd mens weliswaar, maar die niettemin heel levendig en onderhoudend les wist te geven. Zijn werkelijke leven was echter het Nederlandse leger, en zijn schaarse perioden van levensgeluk waren de weken dat hij, als kapitein van de genie, op herhalingsoefeningen ging, teneinde door ‘zijn jongens’ op de handen gedragen te worden, over wie hij nooit uitgepraat geraakte. Een zeer intelligente en gevoelige, maar weerloze padvinder, die het leven in zijn gezin en op de school eigenlijk niet aan kon, en van wie ik, in het geheim hield.”
Van Lies Mogendorff weten we meer. Haar zus Ro, een begaafd tekenares, tekende haar gezicht. Een dromerige vrouw die rechten studeerde en in de oorlog onderdook, maar zich ook wel op een vervalst paspoort door Amsterdam bewoog.
Wat een levens, wat een tragiek.
Later meer over foto en vindplaats.
Geef een reactie