In 't Wasdom

antiquariaat Cornelissen & De Jong – Notter | Zwolle
december 19th, 2020 by Igor Cornelissen

De superieure stijl van Mary Dorna. Meesteres van het korte verhaal

Ook in de Nederlandse literatuur zijn er af en toe hypes. Leuk en nuttig zijn hypes rond vergeten schrijvers. Helaas duren ze kort en raken de schrijvers daarna niet zelden voorgoed vergeten. Dat vergeten heeft iets oneerlijks, maar tegelijkertijd begrijp ik het wel. De namen van al die nieuwe schrijvers die er wekelijks bijkomen zijn natuurlijk niet te onthouden als je de auteurs van veertig jaar of langer geleden niet wilt vergeten. Het onderwijs helpt daarbij niet mee. Als ik goed ben ingelicht schafte het de verplichte literatuurlijstjes goeddeels af.

In de jaren zeventig van de vorige eeuw deed de redactie van de literaire reeks De Engelbewaarder er alles aan om ‘dooie schrijvers’ weer op papier te krijgen én van lezers te voorzien. P.A. Daum (over Indië!), Theo Thijssen, Jan Arends, Nescio en Wilhelmina Drucker werden in de schijnwerper gezet. Er verschenen kleine, goed geïllustreerde boekjes. Simon Carmiggelt gaf dan soms in een Kronkel in Het Parool een extra zetje zodat het betreffende item uit De Engelbewaarder een oplage haalden van 7 á 8000 stuks. Een enkele maal volgde zelfs een herdruk. Aantallen die nu onhaalbaar zijn. Toke van Helmond was één van de redacteuren van de reeks. Zij ontfermde zich over Mary Dorna (1891-1971).

Mary Dorna, schrijfster van korte autobiografische stukjes kreeg zo’n eerbewijs. Carmiggelt sprak van een superieure stijl. Ze werd geboren als Mary Jeanette Stoppelman in een joods gezin dat weinig tot niets aan religie deed. Ze trouwde op jonge leeftijd met een Engelsman die ergens omschreven is als als oversekst en sadistisch. Ze zou er in de huwelijksnacht vandoor zijn gegaan. In Dusseldorf kwam ze aan de kost door model te gaan staan voor schilders. Ergens las ik dat dat in de volksbuurten was. Weinig schilders verdienden blijkbaar genoeg voor een luxueuze behuizing.

Haar derde en gelukkige huwelijk was met Henk Tenkink die haar in alles steunde en dat bleef doen toen ze ziek was en vervolgens ook nog blind werd. Tenkink handelde in kunst en liet zijn beslissingen niet zelden afhangen van Mary’s smaak. In haar laatste jaren moest hij vaak schilderijen verkopen om haar doktersrekeningen te betalen. Die jaren moeten, vooral na Tenkinks dood, een gruwel zijn geweest. Permanent afhankelijk van verpleegsters en een huishoudster. Haar laatste bundel verscheen in 1941. Na de oorlog dicteerde ze nog wel een aantal verhalen aan Lida Polak. Ze verschenen in Tirade en Barbarber.

Wie eigenzinnig en buitenissig is, roept rampspoed over zich af. Het is groots als dit met humor wordt verdragen. Alsof het vanzelf spreekt. Mary Dorna kon dat. In haar verhalen – ‘sterk autobiografisch’ – veranderen gevestigden in buitenissigen. Zo komt het uiteindelijk toch goed met de wereld.

Ik las haar werk, maar Mary Dorna heb ik nooit ontmoet. Wel heb ik jarenlang met mijn jazzband gespeeld in het Amsterdamse café De Engelbewaarder waar het literaire blad bedacht en geboren is. Eenmaal nam saxofonist Frits Müller een gastsolist mee. Benno Stoppelman. Ik kende zijn naam en dacht aan Mary Dorna die eigenlijk Stoppelman heette. Benno gold als jazzkenner ‘die bijzondere platen had en er veel van wist’.  Volgens mij verpestte hij de hele avond door rammelend in een stijl van anno 1922 te blijven spelen, terwijl wij waren opgeschoven naar de herfst van 1939. Hij moest maar niet meer terugkomen, besliste ik. Ik hoorde later dat hij rondvertelde geweigerd te zijn ‘omdat ik jood ben’. Ik ben dus nooit meer in de gelegenheid gekomen om Benno te vragen of hij familie was van Mary Dorna.

Dat over Benno S. was natuurlijk een volkomen overbodig terzijde. Het gaat hier om Mary Dorna die er eerlijk voor uit kwam dat ze in haar jeugd vooral verlangde ‘naar een lunchroom met taartjes en muziek’. Nog weer veel later wilde ze een heer om port mee te drinken en – toen ze blind werd – iemand om haar verhalen aan te dicteren. En daartussenin beschreef ze de waanzinnige wereld der gevestigden zoals zij, de meesteres van het korte verhaal, dat kon.

Zelf schrijver worden? Lees eerst de meesteres!


Dorna, M. (1938). Onmaatschappelijke voorkeur. Amsterdam: J.M. Meulenhoff. I.g.st., halflinnen, ingenaaid, roestvlekjes en verfvlek (?) op kopsnede. Gebonden, 230 pp., 1e druk. Niet meer leverbaar

Helmond, T. van (1985). Mary Dorna 1891-1971. 's-Gravenhage: Nijgh & Van Ditmar. I.g.st., prima exemplaar. Paperback, 143 pp., 3e druk. Met illustraties, met bibliografie en noten. Niet meer leverbaar

Méér nieuwe oude boeken bij Cornelissen & De Jong

Geef een reactie

PHP Code Snippets Powered By : XYZScripts.com