In 't Wasdom

antiquariaat Cornelissen & De Jong – Notter | Zwolle
december 2nd, 2020

Zo meen ik dat ook jij bent – Carola Kloos over Victor van Vriesland en Jan Hanlo

Druk doende om een paar prachtboeken in de database van het antiquariaat Cornelissen & De Jong in te voeren, zoals: Maäsiejoht (Gomperts), Ondergang (De Jong) Oproerige krabbels (Kleerekoper), Onderzoek en Vertoog (Van Vriesland), de Brieven van Jan Hanlo en nog veel meer.

Die laatste combinatie – Victor van Vriesland (1892-1974) en de schrijver-dichter Jan Hanlo (1912-1969) – triggert iets bij mij. Een vriendin, Carola Kloos, stuurde mij een paar maanden terug haar herinneringen aan Jan Hanlo. Met hem wisselde zij vele brieven (die van hem zijn opgenomen in de tweedelige brievenuitgave van Van Oorschot, Amsterdam, 1989). Carola leerde Hanlo kennen door plannen binnen het klassieke dispuut aan de Leidse universiteit, het Collegium Classicum cui nomen MF. De betekenis van de letters MF ken ik niet en degene die dit aan een buitenstaander vertelt is gewaarschuwd: hij of zij haalt bij verraad de vloek over zich. Carola Kloos, classica en theologe, zegt geheel van God los te zijn, maar vreest desalniettemin de vervloeking. Dit geheel terzijde. In haar dispuut ontstaat beginjaren zestig het plan tot uitgave van een nieuw werk. Men zoekt bijdragen van verschillende mensen en er wordt contact gelegd met de literatuurpaus Victor van Vriesland.

Het gaat mij hier om haar prachtige sfeerbeschrijving rond de eerste ontmoeting met Van Vriesland. In verband met de uitgave van een nieuw werk wendde Carola zich in 1962 met Marinus Wes tot Victor van Vriesland. Hij was tot in de jaren zestig een invloedrijk man in de literaire scene; de literatuurpaus. Over Van Vriesland deed in de undergroundscene, ondanks zijn status, een toch wel wat oneerbiedig rijmdicht de ronde. Ik verklap het hier, maar u moet het niet verder vertellen: “Stik zei de pik van Victor van Vriesland / en schoot met een plof van de naai- in de piesstand”.

Terug naar Amsterdam en het bezoek van Carola Kloos met Marinus Wes aan Victor van Vriesland: “Ons bezoek aan Victor van Vriesland, bij hem thuis in Amsterdam, was zo hilarisch dat we na afloop, op de stoep voor de deur, een langdurige aanval kregen van de slappe lach. We waren om vier uur ’s middags ontboden. `Toen was hij zeker net op,’ zei onze hoogleraar Van Groningen. Inderdaad, las ik later over zijn leefwijze. Ook de vertaler Evert Straat was uitgenodigd. Victor van Vriesland zat aan zijn bureau, met een uitgeschoven plankje waarop een fles jenever. Wij om het bureau heen. De drie heren dronken non-stop door, ik kreeg tijdens het twee uur durende bezoek twee glaasjes (gender-discriminatie, zogezegd). Victor van Vriesland nam met Evert Straat de ledenlijst van de Pen-Club door. Hun vernietigende commentaren maakten dat Marinus en ik elkaar geregeld zaten te schoppen. `Maar dat en dat heeft ze toch heel aardig gedaan’ – over iemand die eerst in de grond was geboord. Dit laatste zinnetje deed natuurlijk de deur dicht.

We gingen naar huis met een lijst met namen, die we onderling verdeelden. Tot mijn groep behoorde Jan Hanlo, de tot de Vijftigers gerekende dichter, bekend geworden door experimentele gedichten als Oote boe (`Oote oote oote/ Boe/ Oote oote/ Oote oote oote boe’, etc.).” Na deze gebeurtenis rond het bureau van Van Vriesland begint het brievenavontuur tussen Carola Kloos en Jan Hanlo, wellicht later meer daarover. Nu alleen nog het gedicht dat mij door het hoofd schoot toen ik de naam van Jan Hanlo zag. Dat is niet Oote boe. Zeker niet, maar wel: Zo meen ik dat ook jij bent. Ik word daar vreselijk melancholiek van, sentimenteel ook en alles wat ik niet moet zijn; volgens sommigen dan, onder hen enkelen van mijn eigen ik-ken.

Zo meen ik dat ook jij bent

zoals de koelte ’s nachts langs lelies
en langs rozen
als wit koraal en parels diep in zee
zoals wat schoon is rustig schuilt
maar straalt wanneer ik schouwen wil
zo meen ik dat ook jij bent

als melk
als leem
en ’t bleke rood van vaal gesteent
of porselein
zoals wat ver is en gering
en lang vergeten voor het oud is

zoals een waskaars en een koekoek
en een oud boek en een glimlach
en wat onverwacht en zacht is en het eerste
en wat schuchter en verlangend en vrijgevig
gaaf maar broos is
zo meen ik dat ook jij bent

Jan Hanlo (1970). Verzamelde Gedichten. Amsterdam: G.A. van Oorschot


Vriesland, V. van (1958). Verzameld critisch en essayistisch proza. Onderzoek en vertoog [2 delen]. Amsterdam: Querido. I.z.g.st., resp. 710 en 697 pp. Gebonden in linnen met stofomslag, 1e druk. Uit de collectie Igor Cornelissen, € 24,50. Interesse? Neem contact met ons op.

Méér nieuwe oude boeken bij Cornelissen & De Jong

maart 7th, 2020

Rode wijnvlekken op het kostuum van Van Vriesland

Victor E. van Vriesland was ooit een gezaghebbend criticus. Op de televisie was hij prominent en uiterst beschaafd aanwezig in forums die het volk vertelden wat goed en slecht was. Later vond men hem wat te zoetig. Een beetje ten onrechte want als je zijn stukje tegen Pearl Buck leest die volgens hem ten onrechte de Nobelprijs voor literatuur kreeg, merk je dat Victor scherp kon zijn. Die prijs zou alleen maar vanwege literaire criteria toegekend moeten worden en niet omdat Pearl Buck begrip wilde brengen voor het lijdende Chinese volk. Haar boek This proud heart vond hij ‘onecht, onwaarachtig en slecht’. 

De twee delen Verzameld critisch en essayistisch proza. Onderzoek en vertoog geven een goed overzicht van wat er voor 1958 verscheen, de tijd dat er nog veel boeken werden gelezen. Leuk om te zien wat van Vriesland van Willem Frederik Hermans’ Moedwil en misverstand vond.

Voorzover ik me herinner heb ik Van Vriesland slechts eenmaal gesproken. Dat was op de befaamde kunstenaarssociëteit De Kring in Amsterdam, waar ik geen lid van was, maar werd geïntroduceerd door de 34 jaar oudere aquarelliste Milly van Duivenbode, een charmante dame. Het werd een verhit gesprek met Victor. Waarschijnlijk over politiek. Van Vriesland was wel een beetje links, maar volgens mij (toen) natuurlijk niet links genoeg. In ieder geval belandde de inhoud van mijn glas rode wijn zonder opzet op zijn lichtkleurige, driedelige kostuum. Ik bood mijn excuses aan die hij, minzaam glimlachend vanachter zijn dikke brillenglazen, aanvaardde. Ik drink zelden rode wijn, maar dat terzijde. Victor E. van Vriesland was daar meer bedreven in.

Tijdens de bezetting dook Victor van Vriesland onder bij de familie Bouman in de Zwolse Koestraat 18. Ik meen dat hij nog eens een gedicht heeft geschreven over Zwolle met de Peperbus erin, maar dat heb ik nooit kunnen terugvinden. Zo kom je voor alles tijd te kort.

PHP Code Snippets Powered By : XYZScripts.com